
Vanuit de verschillende theorieën over gedrag, ontwikkel je in de eerste helft van het opleidingsjaar een eigen visie en koppelt deze aan de visie van de school. Daarna maak je volgens het handelingsgericht werken en het groepsplan gedrag een gerichte koppeling met jouw eigen praktijk. Studenten hebben hierbij elk hun eigen leervragen. In de bijeenkomsten is ruimte voor uitwisseling van praktijkervaringen en voor de verbinding met de theorie.
De opleiding gaat ervan uit dat de eigen werkplek de belangrijkste plaats is om te leren. Daarom voer je tijdens de opleiding opdrachten uit binnen op je eigen werkplek en vraag je hierop feedback van collega’s en management. Je maakt een koppelingen tussen theorie en praktijk en onderzoekt deze. Het geleerde wordt in de praktijk getoetst. Reflectie is een belangrijk onderdeel in jouw professionaliseringsproces.