Afkortingen en termen in het hoger onderwijs

In het hoger onderwijs worden veel termen en afkortingen gebruikt. Daar krijg je als ouder ook mee te maken, zowel vóór als tijdens de studie van je zoon of dochter. Op deze pagina zetten we een aantal veelgebruikte begrippen op een rij.

Soorten onderwijs en collegegeld

Bekostigd onderwijs

Bij een bekostigde hogeschool of universiteit betaalt (bekostigt) de overheid de instelling om opleidingen te verzorgen. Voor deze opleidingen betaal je doorgaans het wettelijk collegegeld als je aan de voorwaarden voldoet.

Bron: Studiekeuze123

Hbo (hoger beroepsonderwijs)

Het hbo leidt studenten op tot beoefenaars van vrij vastomlijnde beroepen en richt zich vooral op de toepassing van bestaande kennis.

Wo (wetenschappelijk onderwijs)

Onderwijs dat gevolgd mag worden na het behalen van een vwo-diploma. De universitaire opleidingen zijn onder andere gericht op het verwerven van academische vaardigheden waaronder het doen van onderzoek.

Wettelijk collegegeld

Elke student betaalt jaarlijks collegegeld. De overheid bepaalt jaarlijks de hoogte van het wettelijke collegegeld. Studenten die nog niet eerder een opleiding in het hoger onderwijs hebben afgerond, betalen in de meeste gevallen het wettelijke tarief.

Meer over het wettelijk collegegeld

Instelllingscollegegeld

Studenten die al in het bezit zijn van een hbo- of wo-diploma betalen voor de meeste opleidingen instellingscollegegeld. Ook studenten uit niet-EER landen betalen instellingscollegegeld.

Meer over het instellingscollegegeld

Graden/titels

Ad (Associate degree)

Een Associate degree is een tweejarige hbo-opleiding met een praktijkgerichte opzet. Qua niveau zit deze opleiding tussen het mbo en een hbo-bachelor in.

Meer over onze Associate degree opleidingen

B (Bachelor)

Een bachelor degree is een graad/titel die aangeeft dat iemand succesvol een bacheloropleiding heeft voltooid aan een instelling voor hoger onderwijs. Voor een hogeschool is dat de professionele bachelor en voor een universiteit is dat de academische bachelor. Bij een hogeschool betreft het hier een complete beroepsgerichte opleiding (3/4 jaar) en bij een universiteit een academische basisopleiding (3 jaar) waar de student de basiskennis leert over een vakgebied.

Bron: Bachelor - Wikipedia

Meer over een bacheloropleiding

M (Master)

Een master degree is een specialisatie na je bacheloropleiding. Een master kun je zowel op een hogeschool als universiteit volgen.

Meer over een een masteropleiding

Studieroutes

Voltijd

Een student die aan een voltijd bacheloropleiding in het hbo studeert, volgt 4 tot 5 dagen college per week en loopt daarnaast verplicht stage. Bij veel opleidingen loopt een student in het eerste en tweede jaar korte stages van enkele weken. Deze zijn bedoeld om een eerste indruk te krijgen van het werkveld en het beroep. De 'grote' stages vinden plaats in het derde jaar (meestal enkele maanden) en in het vierde jaar (de afstudeerstage). Ook bij voltijd Associate degree opleidingen lopen studenten stages. De duur hiervan verschilt per opleiding. 

Meer informatie over onze voltijd opleidingen

Duaal

Duaal wil zeggen: werken en studeren. Werk en studie vormen één geheel. Een duale student is fulltime bezig met zijn studie. De verdeling tussen werk en studie verschilt per opleiding. Er zijn zowel duale ad- als bacheloropleidingen. 

Meer informatie over duale opleidingen

Deeltijd

Deeltijdopleidingen zijn over het algemeen bedoeld voor mensen die al werken en toe zijn aan een volgende stap in hun loopbaan. Bijvoorbeeld als iemand een leidinggevende, commerciële of researchfunctie wil gaan vervullen, waarvoor een hbo-diploma vereist is. In vier jaar tijd (Associate degree: twee jaar) kan een student naast zijn/haar baan een hbo-opleiding afronden. Relevant werk tijdens de opleiding is meestal verplicht. Bij sommige opleidingen hoeft de student bij de start van de studie geen relevante baan te hebben.

Meer informatie over deeltijdopleidingen

Toelating

Deficiëntie

Een deficiëntievak is een verplicht eindexamenvak dat ontbreekt in het vakkenpakket of doorstroomprofiel om toegelaten te kunnen worden tot een hbo-opleiding. Bijvoorbeeld: een leerling heeft een E&M-profiel, maar wil achteraf toch een opleiding volgen die onder de technische sector valt. Het kan zijn dat hij/zij dan de verplichte vakken Natuurkunde, Wiskunde B en/of Scheikunde mist. In dat geval is er sprake van een of meerdere deficiënties. Indien de aankomende student zijn/haar deficiëntievak(ken) voor de vastgestelde termijn wegwerkt (meestal is dat het begin van het schooljaar) dan kan hij/zij alsnog toegelaten worden tot de opleiding. Let op: dit is niet bij alle opleidingen mogelijk! Check altijd de toelatingsvoorwaarden op de site van de betreffende opleidingen.  

Meer info over deficiënties

Aanvullende eisen/selectie

Er zijn ook opleidingen die eisen stellen aan het beroepsprofiel (is iemand geschikt voor het beroep of het vak?), bijvoorbeeld de Hogere Hotelschool of Vaktherapie. In alle genoemde gevallen vindt er een selectieprocedure plaats. De opleiding selecteert studenten dan op een aantal van tevoren vastgestelde punten. Het kan hierbij bijvoorbeeld om motivatie, aanleg of vaardigheden gaan. Tot slot zijn er opleidingen die andere aanvullende eisen stellen, bijvoorbeeld een medische keuring bij de opleiding Maritiem Officier.

Meer informatie over toelating

Andere termen binnen het hoger onderwijs

P (propedeuse)

Getuigeschrift (soort diploma) als bewijs dat je het 1e jaar van een bacheloropleiding afgerond hebt. Je hebt aangetoond dat je hbo-/wo-niveau waardig bent. Je hebt al je studiepunten (60) van het eerste jaar behaald.

Minor/differentiatie/afstudeerrichting

De richting of het onderwerp waarin de student zich extra specialiseert c.q. verdiept binnen de opleiding die hij/zij volgt.

BSA (bindend studie advies)

De website van de Rijksoverheid:

“Een bindend studieadvies (BSA) is een beslissing van de universiteit of hogeschool over de voortgang van uw opleiding. Elke student krijgt een studieadvies aan het einde van het 1e studiejaar. Het advies kan negatief zijn. U moet dan stoppen met uw opleiding. Dit is het geval als u niet genoeg studiepunten heeft en voor u geen bijzondere omstandigheden gelden.”

Kortgezegd houdt het in dat de student het minimaal aantal punten uit het eerste jaar behaald moet hebben om door te kunnen gaan naar het 2e studiejaar. Er is geen standaard regel wat het minimaal aantal punten is. Het ligt in ieder geval tussen de 45-60 punten. Je kunt in het hoger onderwijs niet blijven zitten.

Studiepunten

Anders dan in het voortgezet onderwijs zijn niet de toetscijfers bepalend, maar het behalen van studiepunten. Ieder studiepunt (ook wel EC of ECTS genoemd) staat gelijk aan 28 studiebelastinguren. Dus heeft een vak bijvoorbeeld 3 studiepunten dan betekent dat dat het vak 3 x 28 uur studiebelasting heeft. Dit zijn de uren die besteed zijn aan een bepaald vak, bijvoorbeeld college-uren, zelfstudie, samenwerken aan een project enz. Als bij de aftoetsing een 5,5 of hoger wordt behaald, dan heeft men een voldoende behaald en dus zijn 3 punten binnen. 5,4 of lager betekent een onvoldoende en dan zal het vak hertoetst moeten worden.

Alle jaren bestaan uit 60 studiepunten per jaar. Een negatieve BSA houdt in dat de student, het erop volgend jaar zich niet mag inschrijven voor dezelfde opleiding bij dezelfde instelling. Hij/zij mag zich wel aanmelden voor dezelfde opleiding bij een andere instelling. Ook mag de student zich aanmelden voor een andere opleiding bij dezelfde instelling, tenzij de opleiding deel uitmaakt van een instituut/faculteit en de negatieve BSA voor alle opleidingen binnen datzelfde instituut/faculteit geldt.