Afbeelding
“Het allerleukst aan de opleiding zijn de projecten: elke periode ga je iets maken. Mijn favoriet was het multidisciplinaire project van de robotspin. Een multidisciplinair project is een grote opdracht aan het eind van elk jaar waarbij je samenwerkt met een team van studenten uit andere opleidingen. Voor de robotspin waren dat mensen van informatica, want er moest ook geprogrammeerd worden, en mensen uit de elektrotechniek, voor de elektronica in de robot. De opdracht was om een robotspin te maken die aan een aantal eisen voldeed: hij moest zich voortbewegen zoals een spin en een aantal trucjes kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld dansen op een bepaald nummer en een ei oppakken en in een bakje leggen. Dat ei mag natuurlijk niet breken, dus daar moesten we een delicate oplossing voor vinden.
“Bij een multidisciplinair project werk je samen met studenten uit andere opleidingen”
Wij werktuigbouwkundigen tekenden en fabriceerden het lichaam van de robot. De onderkant en poten maakten we van plaatmateriaal, het lichaam door 3D-printen. Toen wij klaar waren met ons onderdeel hielpen we de anderen met het maken van de printplaatjes en het solderen. Zo leer je ook weer nieuwe dingen van elkaar. Aan het eind was er een groot evenement: Robot Day, met een wedstrijd waarbij onze robots hun opdrachten uitvoerden. Hoewel onze robot niet heeft gewonnen, omdat het programmeerwerk niet helemaal in orde was, was het een leuk project, vooral omdat je iets ontwierp en het vervolgens ook fysiek maakte.”
“Na de opleiding gaat je ontwikkeling gewoon door”
Altijd in ontwikkeling
“Voor ik aan Werktuigbouwkunde begon, had ik al een paar opleidingen geprobeerd. Bij Elektrotechniek lukte het me niet alle punten te halen, dus moest ik stoppen. Technische Informatica was me toch wat te veel programmeren. Daarna kwam ik uit bij deze opleiding, die een leuke combinatie biedt: werktuigbouwkunde, elektrotechniek en soms ook programmeren. Werktuigbouwkunde is een breed begrip en je kunt er dan ook veel kanten mee op. In alle sectoren is het immers wel van toepassing. In de opleiding leer je de basis van werktuigbouwkunde en daarna leer je die in een bepaalde sector toepassen. Zo gaat na de opleiding je ontwikkeling gewoon door, dat trekt mij wel. Ik denk er zelf aan om me te richten op duurzaamheid, waar bij NHL Stenden ook veel aandacht voor is. Ik vind het interessant hoe de energievoorziening er in de toekomst zal uitzien. In het derde jaar kun je een minor kiezen; ik overweeg een minor in de windenergie, want dat is een deel van de oplossing op weg naar een duurzame toekomst.”