Bij menig koffieapparaat zal het dezer dagen steeds vaker, steeds langer en steeds uitgebreider gaan over de Tweede Kamerverkiezingen. Woensdag gaat Nederland naar de stembus. Bij de Thorbecke Academie van NHL Stenden gaat het voor, tijdens en na de koffie over de verkiezingen. “Dit zijn natuurlijk de krenten in de pap”, zegt docent Renske van der Tempel. “We hebben bij Bestuurskunde-Overheidsmanagent een programma te volgen, maar het gaat nu toch vooral over de verkiezingen.”
Terwijl het moment waarop Nederland zich uitspreekt steeds dichterbij komt, maken de lijsttrekkers en hun campagneteams zich op voor de eindspurt. Uit peilingonderzoek van Ipsos blijkt dat een week voor de verkiezingsdag 26 procent van de jongeren (18 tot en met 34 jaar) ‘een sterke voorkeur heeft voor één partij’. 50 procent twijfelt nog in meer of mindere mate over de partij waarop ze gaan stemmen, aldus Ipsos.
Het debat en de ‘after talk’
Dus het kan nog heel veel kanten op. Qua uitslag, maar ook waarop de zwevende kiezer gaat stemmen. Tal van zaken kunnen nog invloed hebben op de uiteindelijke stem, weet docent Eric ter Keurs. “De laatste dagen zijn cruciaal. De debatten zijn daarbij heel interessant. Een lijsttrekker hoeft maar één uitglijder te maken en het kan er zomaar heel anders uitzien. Zeker als het na een debat of ander optreden wordt opgepikt en breed wordt uitgelicht in de media: de after talk. Er wordt zoveel geanalyseerd op allerlei platforms. Dat neemt de kiezer mee in de overwegingen.”
Voorbeelden uit het verleden zijn er te over. Van der Tempel: “Emile Roemer tegenover Mark Rutte in 2012 bijvoorbeeld. Over de verhoging van het eigen risico. Dat pakte voor Roemer niet goed uit: niet voor hem als politicus en niet voor zijn partij.” Maar andersom kan ook. “Hoe Sigrid Kaag in 2021 reageerde op Geert Wilders’ aanval over het dragen van een hoofddoek door haar in Iran. Die reactie had een positief effect, bleek wel uit de peilingen erna.”
Lijsttrekkers kunnen door middel van een optreden in een debat deuken oplopen of juist punten scoren. “Er zijn zoveel details die een rol spelen”, zegt Ter Keurs. “De kiezer kijkt naar de inhoud, maar ook naar wat iemand aan heeft, hoe iemand reageert op een ander en of iemand humor heeft. Dat alles bepaalt samen hoe je overkomt en wat de kiezer van je vindt. Heel complex en fragiel: morgen kan het er door één positief of negatief moment ineens weer heel anders uitzien.”
Indicatie of bevestiging krijgen
Dat mensen tot op het laatste moment nog bezig zijn met hun stemkeuze, blijkt wel uit de bevindingen van ProDemos. Hun stemwijzer wordt op de dag voor de verkiezingen en op de verkiezingsdag zelf het meest gebruikt. “Kiezers en potentiële kiezers vullen een stem- of kieshulp in om uiteenlopende redenen”, zegt Van der Tempel. “Bijvoorbeeld om een indicatie te krijgen van welke partij het best bij hen past of juist hun gevoel bevestigd zien te worden. Het is een hulpmiddel en kan – tot op de dag van de verkiezingen – nog iemands stemgedrag beïnvloeden.”
De debatten – en wat daaruit wordt gehaald en herhaald – en de stemwijzer zijn slechts twee voorbeelden van wat nog invloed kan hebben op het stemgedrag. “Het ligt gecompliceerd, want allerlei zaken neem je mee in je overwegingen. Bewust en onbewust. Je omgeving kan jouw keuze in deze fase ook nog beïnvloeden. Wat vinden je ouders, je vrienden of je studiegenoten? Door het erover te hebben, vorm je je eigen mening. Het belangrijkste is dat je uiteindelijk je eigen keuze maakt en gáát stemmen.”