Afbeelding
“Als je leraar Wiskunde wilt worden, heb je eigenlijk twee dingen nodig: je haalt voldoening uit het geven van uitleg aan anderen en je hebt liefde voor het vak. Je wilt mensen naar een hoger niveau tillen en tegelijkertijd leren hoe ze problemen kunnen oplossen. Dat vind ik zelf ook het mooiste aan dit werk; wiskunde leuk en begrijpelijk maken. Dit in combinatie met het docentschap maakt het voor mij een schitterend en uitdagend vak.”
Je ziet studenten volwassen worden
“Op de middelbare school vond ik wiskunde al fantastisch. De kick die ik krijg van het oplossen van een probleem en de schoonheid van het vak is wat ik op studenten wil overbrengen. Studenten komen vaak binnen met een bepaald beeld van wat wiskunde is, ik probeer dat beeld uit te breiden. Ik geef les aan de voltijd én deeltijdopleidingen en studenten van de voltijdopleiding zie ik groeien en volwassen worden. Ze starten als student en zijn in de laatste jaren van de opleiding klaar om voor de klas te staan. Het is mooi om die ontwikkeling te zien. De deeltijdstudenten combineren de studie vaak met een betaalde baan voor de klas. Een mooie combinatie omdat ze veel werkervaring meebrengen."
Visie op wiskunde
“Binnen de deeltijdvariant zie ik studenten tussen de 25 en 55 jaar. Sommigen pakken de opleiding Leraar Wiskunde gelijk na een andere studie op, maar een carrièreswitch is ook geen uitzondering. Bij de studenten in deeltijd zien we vaak een exacte achtergrond: de hogere technische school, werktuigbouwkunde maar ook regelmatig basisschoolleraren met een voorliefde voor wiskunde. Ik hoor mensen weleens zeggen dat wiskunde iets is wat je kunt of niet kunt. Maar het is geen trucje. Je leert analytisch denken en problemen oplossen. Je komt erachter hoe leerlingen denken als ze met wiskunde bezig zijn en je neemt beslissingen over hoe je, op grond daarvan, de wiskunde gaat uitleggen. Waarom doe je dat zo, en niet anders? Kan het ook op andere manieren? Wat voor beslissingen neem je? Wat wil je dat de leerlingen meekrijgen van het vak wiskunde, en waarom? Als toekomstig docent heb je daarom een visie op wiskunde nodig.”
Beroepsvaardigheden en kennis
“De studenten in de deeltijdopleiding hebben twee lesdagen. De ene dag bestaat uit colleges voor de beroepsvoorbereiding; onderwijskunde, de pedagogische kant, didactisch ontwerp. En de andere dag gaat het meer om de vakcomponent en de specifieke vakdidactiek; meetkunde leg je bijvoorbeeld op een andere manier uit dan algebra. We laten die verschillende keuzes die je kunt maken in vakdidactiek ook zien binnen de wiskundevakken die de studenten zelf krijgen; ook al is dat wiskunde van een hoger niveau dan waarin ze les zullen gaan geven.”
Open sfeer
“Binnen de opleiding heerst een open sfeer. De studenten en docenten zijn een soort collega’s van elkaar. Dat is ergens ook wel logisch, want we leiden studenten op voor het vak dat we zelf ook uitvoeren. Studenten en docenten kennen elkaar allemaal goed en zijn onderling erg verbonden. Die verbondenheid in combinatie met enthousiasme over het vak geeft elke dag weer energie.”