Jelmer Prins

Afbeelding
Jelmer Prins
“Ik wil mijn enthousiasme op mijn leerlingen overbrengen”
Jelmer Prins
Student leraar Nederlands

De zoektocht van Jelmer Prins (29) naar een passende studie bracht hem van dromen over varen, via European Studies uiteindelijk bij Leraar Nederlands bij NHL Stenden. Het zaadje voor het docentschap werd geplant tijdens de voorlichtingsactiviteiten die hij nu nog steeds voor de hogeschool doet. Nu hij bezig is met het eerste jaar, weet hij dat hij eindelijk zijn roeping heeft gevonden.

Een nieuwe passie

“Eigenlijk was het altijd mijn droom om te studeren aan het Maritiem Instituut Willem Barentsz, ik wilde varen. Maar uiteindelijk had ik geen gevoel voor de cijfertjes die je daarbij nodig hebt en koos ik voor European Studies. Tijdens mijn studie begon ik met promotiewerk voor European Studies en Thorbecke Academie en daardoor kwam ik erachter dat ik het leuk vond om voor de klas te staan. Sterker nog, in het laatste jaar van mijn opleiding gaf ik vooral voorlichting op scholen. Toen dacht ik: hier moet ik iets mee doen. Vorig jaar hakte ik de knoop door.”

Aan het roer in de klas

“Een frisse start dus. Ik koos voor Leraar Nederlands. Vooral omdat het goede baankansen oplevert en daarnaast was Nederlands altijd mijn sterkste vak. Vroeger had ik zelf een leuke docent. Hij kon mooi en inspirerend vertellen en dat enthousiasme wil ik ook op mijn leerlingen overbrengen. Het is wel wat anders dan de zeevaartschool, hoewel ik de klas ook een beetje als een schip zie waar ik van aan het roer sta.”

“Nederlands was altijd mijn sterkste vak”

Inspirerende vakken

“Er zijn veel vakken die ik leuk vind. Poëzie en literatuurgeschiedenis bijvoorbeeld. Daarnaast ben ik door de opleiding veel meer gaan lezen en dat is echt een verrijking. Ook richtten we ons op schrijfvaardigheid. Zo heb ik bijvoorbeeld al twee columns, een wetenschappelijk artikel en een brochure geschreven. Je geeft elkaar steeds feedback en je maakt op basis daarvan een nieuwe versie. Ik wist niet dat ik schrijven zo leuk zou vinden; je leert jezelf er echt door kennen.”

Meteen in de praktijk

“Naast de theoretische vakken sta je meteen in het eerste jaar voor de klas. Je moet wel passie hebben voor het vak, want je moet er enthousiast over kunnen praten. Net als mijn docent vroeger. Dat enthousiasme vind ik een absolute voorwaarde voor een goede docent, je moet het vóelen. Ik word nu trouwens al gezien als de leraar met kennis van zaken; sinds ik met de opleiding benbegonnen, vragen familie en vrienden mij voortdurend of ik hun spelling en grammatica even wil controleren. Zelf vind ik het alleen maar leuker worden. Ook kijk ik uit naar de volgende stap. In het tweede jaar zit je ook echt bij oudergesprekken bijvoorbeeld. Daar kunnen best emoties bij loskomen en ik weet nu nog niet hoe ik daarmee om zou gaan, maar ik wil het graag leren. Ik vind het fijn dat mijn stagebegeleider zelf ook pas net voor de klas staat. Ik heb dezelfde vragen die zij ook had, dus ik leer veel van haar.”

Aftellen tot de LIO-stage

“Het is voor mij nog een jaartje blokken en daarna sta je al 80 procent voor de klas als Leraar in Opleiding, dus dat valt te overzien. Momenteel verdiep ik me alvast in de verschillende onderwijsvormen. Bij het Dalton-onderwijs ben je bijvoorbeeld meer coach dan in het algemeen onderwijs. Dat spreekt me wel aan: het initiatief meer bij de leerling leggen. Maar eerlijk gezegd loop ik wat op de zaken vooruit, hier hoeven we pas in het derde jaar over na te denken. Toch heb ik al een route uitgestippeld: ik wil hierna sowieso voor mijn eerstegraads-diploma gaan.”