“De Open Dag was voor mij doorslaggevend; de studenten daar konden mij heel goed uitleggen wat ik van de opleiding kon verwachten. Dat had ik nodig, want in eerste instantie klinkt beeldend therapeut een beetje vaag. Inmiddels geef ik zelf vaak uitleg over de opleiding in onze Q&A’s, ik leg het dan altijd zo uit: je ziet achterliggende problematiek bij mensen niet altijd door gewoon een gesprek te voeren. Soms komt dat omdat mensen helemaal geen gesprek kunnen voeren door gevoelens of een stoornis. Door beeldend, met je handen te werken, kan iemand zich toch uiten. ”
Eerste kennismaking
“In het eerste jaar ga je vooral veel zelf ervaren. Je moet bijvoorbeeld alle materialen leren kennen waar je mee gaat werken. Stel nou dat ik later een cliënt een potlood geef om een opdracht mee te doen; een potlood kan heel erg een gevoel van ‘ik moet presteren’ geven. Als een cliënt last heeft van perfectionisme, dan kan ik dus niet in alle gevallen een potlood geven. Dat weet ik door zelf het verschil te ervaren tussen het effect van een potlood en bijvoorbeeld olieverf. Dat klinkt misschien wat vaag, maar het dwingt je dus om je continu in de cliënt te verplaatsen. Anders kun je het niet begrijpen.”
Docenten en medestudenten
De betrokkenheid van de docenten viel me in het eerste jaar meteen op, je kunt ze over alles mailen. Ze denken met je mee en geen vraag is te gek. Ook als je er even echt niks van begrijpt is doen ze er alles aan om het helder te krijgen. Zelfs de docenten waar je geen les van hebt, kennen je. Dat lijkt me vrij uniek. Daarnaast zijn het kleine klasjes van zo’n 12 studenten, dus we zijn erg close.”
Tweedejaarsstage
“Ook uniek: je loopt al meteen in het tweede jaar stage; ik ben sinds september bezig. Er zijn niet zoveel hbo-opleidingen die dat hebben. Het is echt essentieel, want wat je wil worden, moet je oefenen! Als therapeut moet je zelfverzekerd zijn en dat bouw je op met stage. Ik zit bij een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Het bijzondere is dat ik nu al mag meelopen met een therapeut in het tweede deel van mijn stage. Dat is niet altijd vanzelfsprekend, maar met veel bellen en mailen is het me gelukt. Ik mag cliënten natuurlijk nog geen therapie aanbieden, maar soms kan ik een werkvorm of oefening proberen. Die doelgroep ligt mij heel erg, het is zo puur en eerlijk en ik ga elke dag tevreden naar huis.”
Symposia
De symposia zijn een leuk onderdeel van de opleiding. Hierbij bereid je in groepjes workshops voor over verschillende onderwerpen binnen een bepaald thema. We hebben er net een gehad over medische basiskennis. We nodigen zelf experts van buiten de school uit om hoorcolleges te geven, dus je brengt veel kennis in huis. Het is gemengd met de richting drama, dus je krijgt ook wat mee van andere disciplines. Iedereen doet actief mee en zelf gaf ik een beeldende workshop. Bij een andere student deed ik een dramaworkshop en daardoor ben ik deze richting ook interessanter gaan vinden. Het is mooi om zoiets neer te zetten met medestudenten en van elkaar te leren.”
Een mooi vak
“De combinatie van psychologie en creativiteit spreekt me heel erg aan. Je hoeft overigens geen Picasso te zijn, daar gaat het niet om bij de opleiding. Je moet gewoon beginnen en meegaan met flow. Wat ik zo mooi vind aan dit vak is dat je met veel verschillende beroepen samenwerkt; gedragswetenschap, fysiotherapeuten, noem maar op. Van die combinatie leer je veel. Dat is voor mij wat in de zorg werken betekent: je doet het met elkaar!”