
Do’s & don’ts
- Ga het gesprek met je kind aan als het goed voelt, forceer het niet.
- Probeer te luisteren zonder oordeel. Stel open vragen en laat niet meteen blijken wat jij ergens van vindt.
- Push niet in een bepaalde richting. Hoe leuk jij als ouder iets ook vindt, het gaat om de keuze van je kind.
- Verwacht niet direct een actie of reactie van je kind. Keuzeprocessen hebben tijd nodig.
- Probeer rekening te houden met de levensfase van je kind. Pubers kunnen heel wisselende ideeën hebben en zich af en toe erg onzeker voelen. Ook kunnen ze de gevolgen van hun keuzes niet altijd goed overzien. Dat hoort gewoon bij de puberteit.
1. Mijn kind heeft nog geen idee
Heeft je kind nog geen idee welke opleiding bij hem/haar past? Dan is het belangrijk om eerst antwoord te krijgen op de volgende vragen:
Om een opleiding te kunnen kiezen die goed bij je past, moet je weten wie je bent en hoe je in elkaar zit. Sommige jongeren vinden het best lastig om hier een goed beeld van te krijgen. Als ouder kun je je kind helpen ontdekken wat zijn/haar interesses, kwaliteiten en drijfveren zijn.
Interesses
Bij interesses gaat het om dingen die je kind leuk vindt, graag doet of verder zou willen onderzoeken.
Tip 1: Ga in gesprek met je kind over zijn/haar interesses door vragen te stellen als:
Wat vind je leuk om te doen?
Waar word je blij van?
Wanneer vergeet je de tijd?
Natuurlijk mag je als ouder met suggesties komen, maar laat je kind zo veel mogelijk zelf aan het woord.
Tip 2: Vindt je kind het lastig om te benoemen wat hij of zij leuk? Soms helpt het om te kijken naar wat hij of zij juist niet leuk vindt. Dan kunnen er dingen worden afgestreept.
Kijk ook eens bij onze tips voor studiekiezers.
Kwaliteiten
Bij kwaliteiten gaat het om waar je kind goed in is. Het is voor jongeren niet altijd makkelijk om hun kwaliteiten te benoemen. Als ouder kun je daarbij helpen.
Tip 1: Kijk samen naar deze lijst met kwaliteiten. Welke herkent jouw kind in zichzelf en welke herken jij?
Tip 2: Hoe kijken anderen naar jouw kind? Laat je kind in gesprek gaan met bijvoorbeeld grootouders, vrienden en docenten. De vragen uit dit formulier kunnen daarbij helpen. Ook leuk voor jou als ouder om in te vullen.
Drijfveren
Bij drijfveren gaat het om waarden, om wat je kind belangrijk vindt in zijn of haar toekomstige werksituatie.
Tip: Laat je kind de drijfverentest doen en bespreek samen de uitslag.
Als je kind een goed beeld heeft van zijn/haar interesses, kwaliteiten en drijfveren, is het tijd om met de volgende vraag aan de slag te gaan: wat wil ik? Bij deze stap gaat het om het onderzoeken van interessante beroepen en sectoren. In welke functies en werkomgeving komt jouw kind het beste tot zijn recht?
Tip 1: Op www.nationaleberoepengids.nl zijn heel veel beroepen te vinden, gerangschikt per sector. In welke sectoren en beroepen ziet jouw kind zichzelf later werken?
Tip 2: Om te onderzoeken of een beroep of sector is wat je kind ervan verwacht, kan je zoon of dochter een dagje meelopen met iemand uit het werkveld. Misschien heb jij iemand in je netwerk die jouw kind meer wil laten zien of vertellen over zijn werk.
De laatste stap is het onderzoeken van de vraag: wat past bij mij? Tijd om het opleidingsaanbod te verkennen! Welk studievorm past bij je kind? En welke richting?
Tip 1: Bezoek zoveel mogelijk open dagen van verschillende hogescholen. Leuk om samen te doen!
Tip 2: Bespreek van tevoren met je kind wat hij of zij te weten wil komen tijdens de open dag. Deze vragenlijst kan daarbij helpen. Vraag na afloop wat de open dag je kind heeft opgeleverd.
2. Mijn kind twijfelt nog
Heeft je kind een paar opleidingen op het oog, maar vindt hij/zij het lastig om een keuze te maken? De belangrijkste vraag is: wat maakt het zo lastig om te kiezen? Heeft je kind misschien nog geen goed beeld van de opleiding(en)? Mist hij/zij nog bepaalde informatie? Of speelt er iets anders?
Nog geen goed beeld
Het is lastig om een keuze te maken als je niet precies weet waar je voor kiest. Heeft je kind nog geen goed beeld van wat hem of haar te wachten staat bij een studie? Deze tips kunnen helpen.
Belemmerende overtuigingen
Bepaalde ideeën over studiekeuze kunnen het moeilijk maken de knoop door te hakken. Bijvoorbeeld: ‘de keuze die ik maak, bepaalt de rest van mijn leven.’ Of: ‘ik mag geen verkeerde keuze maken’. Dit soort gedachtes noemen we belemmerende overtuigingen. Merk je dat je kind hier last van heeft? Praat er dan over.
Blijft het lastig om een keuze te maken? Onze studiekeuzeadviseurs helpen graag. Lijkt je kind er nog niet helemaal aan toe te zijn om te gaan studeren? Dan kan een tussenjaar een optie zijn. Het Tussenjaarkenniscentrum geeft veel praktische tips en workshops over hoe je kind zo’n tussenjaar zinvol kan invullen.
3. Mijn kind weet het (bijna) zeker
Is je kind er (bijna) uit? Dan is het tijd voor een laatste check.
Tip 1: Bekijk samen de studiekeuzechecklist en vraag door op de antwoorden van je kind.
Tip 2: Alle praktische informatie rond studeren vind je hier.
