Bart-Jan Heine: ‘Naast extra geld moet er een visie komen op goed onderwijs om stille ramp te voorkomen!’

Afbeelding
Prinsjesdag Bart-Jan Heine

‘Meer geld voor kwaliteitsverbetering en aanpak kansenongelijkheid is nodig en klinkt daadkrachtig, maar is ook een beetje makkelijk. Uiteindelijk gaat het om visie en de precieze uitvoering’, zegt bestuurskundige aan de Thorbecke Academie van NHL Stenden Bart-Jan Heine. Hij maakt zich zorgen over de toekomst van het onderwijs in ons land.

Volgens Heine leidt het gebrek aan structurele aandacht de afgelopen jaren én geen visie van het kabinet op onderwijs, samen tot een nationale ramp in slow motion. ‘De onderwijskwaliteit in Nederland laat al heel lang te wensen over. Af en toe komt er geld bij, zoals nu. Maar elke instelling gaat anders met dat extra budget om. Het gebrek aan goed onderwijs en voldoende opgeleide docenten raakt niet alleen jonge talentvolle mensen. Maar vooral de meest kwetsbare groep; de groep waarvan de ouders geen bijlessen kunnen kopen en dat vergroot de kansenongelijkheid.’

Investeren in de toekomst van ons land begint met goed toegankelijk onderwijs,’ zei koning Willem-Alexander tijdens de troonrede. Het kabinet geeft aan dat goed onderwijs de allerhoogste prioriteit heeft en dat het onderwijs mag rekenen op extra bijdrages. Bestuurder van de hogeschool Marc Otto is voorzichtig positief. ‘Na de pandemie kreeg het onderwijs al extra geld en het is fijn om te horen dat we de investeringen die we toen gestart zijn, door kunnen zetten. Het gaat bij ons om het aantrekken van docenten, zodat we meer maatwerk en betere begeleiding kunnen geven aan onze studenten. Daarnaast is het fijn om te horen dat het kabinet het belang van het onderwijs erkent en deze impuls hopelijk studenten wat meer ruimte geeft. Want ook zij hebben te maken met een hogere energierekening en natuurlijk de gevolgen van het leenstelsel.’

Studenten die 'geen recht hebben gehad op de basisbeurs' krijgen een tegemoetkoming en alle uitwonende studenten krijgen volgend jaar een hogere beurs. Dat laatste is zeker nodig volgens Bart-Jan Heine: ‘Je hoort toch van studenten dat zij het financieel moeilijk hebben. Ik ken studenten die ervoor kiezen om dan maar geen boeken te kopen bijvoorbeeld en dat is natuurlijk geen basis voor goed onderwijs.’  Er komt de komende jaren 1 miljard extra voor de aanpak van kansenongelijkheid, 1 miljard voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en ook nog eens 800 miljoen voor goede docenten, schoolleiders en onderwijsondersteuners.

‘Mooi,’ zegt Bart-Jan Heine, maar de aangekondigde plannen van het kabinet geven wat hem betreft nog onvoldoende perspectief.  ‘Wat wordt er gedaan om de concrete problemen aan te pakken, zoals het gebrek aan basisvaardigheden en het docententekort? In het verleden hebben extra middelen niet altijd geleid tot hogere kwaliteit. Dus plannen zoals deze kun je uiteindelijk alleen goed beoordelen als ze enigszins zijn uitgewerkt. En wat dat betreft hebben kabinetten Rutte geen goed track record.’

Nederland is wat onderwijsniveau betreft flink gedaald de afgelopen jaren:  een kwart van de 15-jarigen is functioneel analfabeet. Het dalende taalniveau is volgens Bart-Jan Heine helaas ook terug te zien bij NHL Stenden studenten. ‘Veel studenten hebben toch moeite met de Nederlandse taal. Terwijl het begrijpen van de taal de basis is voor alles. Pas daarna kun je je verder gaan verdiepen en een vak leren.’

Een deel van het geld gaat inderdaad naar het oplossen van problemen, bevestigt Marc Otto. ‘Wij bieden als hogeschool bijvoorbeeld langstudeerders extra begeleiding. Het maken van een scriptie en het doen van onderzoek is al best een eenzame periode voor een student. Zeker in de coronaperiode. Het inzetten op meer begeleiding van deze groep werkt en ik ben blij dat we dit kunnen doorzetten de komende jaren. Juist bij alle problemen die er zijn, is het belangrijk om studenten goed te kunnen ondersteunen op de verschillende vlakken waar studenten om vragen. De één heeft behoefte aan ondersteuning bij Nederlands, de ander bij bijvoorbeeld het doen naar onderzoek en dan heb ik het nog niet eens over de kosten die ze moeten maken. Ik hoop dat we de komende jaren met deze bijdrage onze studenten voldoende verder kunnen helpen.'