Ondersteuning mensen met een psychosegevoeligheid is maatwerk

Psychotische klachten, zoals hallucinaties en wanen, komen vaak voor bij jonge mensen. Hoe bied je als naaste de juiste ondersteuning? Lector Nynke Boonstra van NHL Stenden doet hier onderzoek naar.

Elk jaar krijgen in Nederland zo’n drieduizend jonge mensen tussen de 14 en 35 jaar een eerste psychose. De grootste groep die dit overkomt is tussen de 18 en 25 jaar, de leeftijdscategorie van de gemiddelde student. ,,Dit is een hele belangrijke levensfase. Als je op die leeftijd een psychose doormaakt, heeft dat een grote invloed op de ontwikkeling van je eigen identiteit’’, zegt Nynke Boonstra (45) uit Leeuwarden, lector zorg & innovatie in de psychiatrie aan hogeschool NHL Stenden en verpleegkundig specialist bij Kien, een zorgaanbieder voor mensen met een psychosegevoeligheid.

Tijdens een psychose ervaart iemand de wereld anders dan andere mensen en raakt het contact met de realiteit geheel of gedeeltelijk verloren. ,,Je hoort bijvoorbeeld stemmen of ziet dingen die er niet zijn: hallucinaties. Of je hebt wanen, gedachten die niet kloppen. Hier kun je angstig van worden. En het heeft bijvoorbeeld ook invloed op je stemming en je concentratie.’’ In principe kan het iedereen treffen. ,,We weten niet zo goed waarom iemand een psychose krijgt. Het lijkt een combinatie van een bepaalde genetische kwetsbaarheid en omgevingsfactoren, met name trauma, langdurige stress en middelengebruik.’’

Tot voor kort werd gedacht dat een psychose een blijvende psychische aandoening is. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat ongeveer twee derde van de patiënten goed herstelt. Daarbij is het volgens Boonstra belangrijk dat de verschijnselen tijdig worden onderkend: hoe sneller iemand hulp krijgt, hoe kleiner de schadelijke gevolgen.

,,Dat geldt vooral ook voor jonge mensen. Die hebben niet alleen een brein dat nog enorm in ontwikkeling is, maar ze staan ook voor allerlei veranderingen in hun leven: loskomen van ouders, studie, werk, relaties, kinderen.’’

Doel van de behandeling is niet: nooit meer een psychose. ,,We leren mensen omgaan met hun psychotische symptomen. Dat ze hier grip op krijgen. En dat ze kunnen vertrouwen op zichzelf. Het zijn psychologische interventies gericht op hoop en perspectief. Dus niet je leven dichttimmeren zodat je nooit meer een psychose krijgt. Maar gewoon lekker een keer op stap gaan en jezelf zo goed kennen dat je weet dat je daar een of twee dagen van bij moet komen.’’

De ondersteuning van naasten speelt een belangrijke rol bij de behandeling. ,,Familieleden zijn vaak erg betrokken en maken zich zorgen. Ze zijn ook eerder geneigd om te zeggen: doe maar voorzichtig en rustig aan. Uit bezorgdheid en angst reageren ze soms afhoudend als het gaat om bijvoorbeeld het afbouwen van medicatie, weer aan het werk of op kamers gaan. Dat is logisch want ze hebben er heel dicht op gezeten, de heftigheid vaak ten volle meegemaakt. Soms gaan ze er zelf ook aan onderdoor.’’

Naasten hebben behoefte aan duidelijke handvatten, stelt Boonstra. Hoe bied je perspectief, ruimte en vertrouwen? Behandelaars maken nu gebruik van een verouderde module die ontwikkeld is voor mensen met schizofrenie, een ernstige vorm van een psychose die maar een hele kleine groep treft.

Samen met onder meer cliëntenvereniging Ypsilon en naastenvereniging Anoiksis sleepte Boonstra een subsidie binnen voor een vernieuwde module – een online omgeving met veel informatie en filmpjes en de mogelijkheid tot lotgenotencontact. Waar wel of geen behoefte aan is, wordt de komende tijd in de praktijk onderzocht. In november 2023 moet het project afgerond zijn.