Afbeelding
“Hoewel ik zelf een echte rebel was als puber, wist ik al van jongs af aan dat ik taaldocent wilde worden"
Ik vond het juist mooi om te zien hoe leraren met lastige leerlingen omgingen. Omdat ik tweetalig ben opgevoed – mijn moeder is Duits – koos ik voor deze mooie taal. Ik vind het een leuke uitdaging om leerlingen er enthousiast voor te maken. Alles wat ik leer, probeer ik direct uit in de klas. Bijvoorbeeld hoe je gedichten kunt overbrengen. Zelf vond ik dat maar niks op de middelbare school, dus probeer ik het interessant te brengen, zodat mijn leerlingen er niet hetzelfde over denken als ik toen!”
Literatuur in de bovenbouw
“Na mijn bachelor gaf ik vooral les aan de onderbouw. Nu ik bijna afgestudeerd ben, zit mijn toekomst goed om verder te gaan in de bovenbouw en sta ik daar ook al voor de klas. Ik stimuleer graag dat leerlingen lezen, dus probeer ik aandacht voor literatuur in de les te bouwen. De lesstof voor de bovenbouw was daarin nieuw voor me. In de onderbouw ging het wel over jeugdliteratuur, maar niet over andere literatuur, zoals bekende theaterstukken en gedichten. In de master ga je daar dieper op in. Ook leer je om na te denken over de didactische inzet hiervan in de klas.”
Praktijkgerichte modules
“In verschillende modules leer je over Landeskunde (Duitse cultuur), literatuur en film, en natuurlijk taalkennis. Waar je je bij de bachelor vooral bezighoudt met de taal van nu, ga je in de master een stapje verder door ook te kijken naar de geschiedenis van de taal, het ontstaan van de taal en de ontwikkeling ervan. En telkens geef je er een praktische invulling aan, bijvoorbeeld door er een lessenserie bij te maken.”
“Alles wat ik leer, probeer ik direct uit in de klas”
Reizen naar Duitsland
“De opleiding heeft ook keuzeonderdelen. Ik ging een week naar Berlijn, om te ervaren welke verschillende culturen er leven. Het is sowieso al een fantastische stad, maar nu kwamen we op plekken waar je anders niet komt, waardoor je de sfeer kon proeven van het échte Berlijn. En er is een uitwisseling met een gymnasium in Oldenburg, om te kijken hoe docenten daar lesgeven.”
Eigen onderzoek
“Je doet ook eigen onderzoek: samen met een medestudent onderzoek ik het leesproces bij leerlingen. Wij kijken hoe we op basis daarvan een training kunnen ontwikkelen, waarbij ze uiteindelijk zelfstandig leesstrategieën bij Cito-teksten kunnen inzetten en hopelijk hun teksten beter kunnen maken. We merken dat leerlingen vaak maar wat doen, dus we hopen dat ze een beter beeld van hun eigen leesproces krijgen en echt iets aan onze handvatten hebben. Het theoretische kader van ons onderzoek is inmiddels afgerond en binnenkort voeren we het in een lessenreeks uit in de klas.”
“Ik onderzoek hoe leerlingen zelfstandig leesstrategieёn kunnen inzetten”