Oversimplificatie
Een vragenlijst vormt samen met een intakegesprek vaak het startpunt van een behandeling in de GGZ. Met zo’n vragenlijst worden de klachten van de cliënt in beeld gebracht. “Het is een efficiënte manier om op een systematische wijze gegevens te verzamelen”, zegt Lars Veldmeijer, docent-onderzoeker bij het lectoraat Digitale Innovatie in Zorg en Welzijn van NHL Stenden. “Maar het kan ook leiden tot een smal beeld van de mens achter de klachten en de context waarin iemand leeft. Sommige nuances gaan dan verloren die wel essentieel zijn voor goede behandeling of zelfs diagnose. En daarin schuilt een gevaar.”
Verkeerde hypothese
Zelf kreeg Lars drie jaar geleden de classificatie autismespectrumstoornis (ASS). “Die classificatie nam mijn leven over. Ik stond ermee op en ik ging ermee naar bed. Tot ik me realiseerde dat ik me in de weken tussen de intake en de uitkomst van het diagnostisch onderzoek best goed voelde. Pas daarna viel ik weer terug. Hoe kon dat? En paste die classificatie wel bij mij? Die vraag wakkerde iets aan in mijn onderzoekersbrein. Ik pakte mijn dossier erbij en ontdekte dat degene die diagnostiek had gedaan steeds dezelfde hypothese had onderzocht. Een hypothese die vooral gestoeld was op vragenlijsten die ik moeilijk vond om in te vullen en waarin ik mijn verhaal niet in kwijt kon. Het zette me aan het denken. Hoe kunnen we de GGZ beeldender en minder talig maken zodat we mensen in staat stellen om hun verhaal te doen?”
In Beeld benadering
Samen met behandelaren, mensen met een doorleefde ervaring en studenten ontwierp Lars de ‘In Beeld benadering’. “In de GGZ wordt vaak gewerkt met vragenlijsten met ingewikkelde schaalvragen, terwijl we weten dat cliënten ook behoefte hebben aan een manier om zich te uiten. En dat lukt niet altijd met talige vragenlijsten. Met de In Beeld benadering visualiseer je door middel van opdrachten zoals foto’s maken op een creatieve en een herstelgerichte manier je persoonlijke verhaal. Wat let je in je functioneren? Maar waar ben je ook heel goed in? En wat zijn contextuele factoren die dat beïnvloeden? Op deze manier brengt niet alleen de behandelaar, maar ook de cliënt essentiële informatie in die kan zorgen voor een passende behandeling.”
Gedeelde taal
“Diagnostiek van ASS bij volwassenen neemt best veel tijd in beslag, dus in de tijd tussen mijn intake en diagnose zat ik in een dagbehandeling met lotgenoten”, vertelt Lars. “In die ‘wachtggroep’ kreeg ik een mix van creatieve therapieën. Ik moest bijvoorbeeld dingen schilderen en vertellen waarom ik dat had gedaan. Of door middel van poppetjes aangeven hoe mijn familie in elkaar stak. Ik was sceptisch en vond het kinderachtig, maar merkte al gauw dat het me hielp om mezelf beter te begrijpen en een verhaal te vertellen dat ik niet in woorden kon uitdrukken. Dat schiep een band en zorgde voor dialoog tussen mij en mijn behandelaar. Opeens spraken we dezelfde taal. En dat is precies wat we met de In Beeld benadering willen bewerkstelligen. Maar dan juist aan het begin van het proces in plaats van alleen tijdens de behandeling.”
Eigen regie
“Vaak ontwerpen we vragenlijsten, protocollen en interventies op basis van de expertise van behandelaars en onderzoekers”, vertelt Lars. “Terwijl de input van cliënten zo waardevol is. Bij het ontwerpen van interventies als de In Beeld benadering, en voor of tijdens een behandeling om een compleet beeld van iemand te schetsen en eigen inbreng te bevorderen. Je kunt op een vragenlijst invullen in hoeverre je een specifieke klacht ervaart, maar dat zegt nog niets over contextuele factoren, de hulpvraag of veranderbehoefte van een cliënt. Met de In Beeld benadering breng je ook die factoren in kaart en krijgt de cliënt meer regie.” De eerste geluiden zijn positief. Lars: “Verschillende behandelaren en cliënten hebben al laten weten dat ze de benadering goed kunnen gebruiken. Bij de start van een behandeling, en als leidraad door de behandelreis heen.”
Ontwerpgericht onderzoek
Lars zijn eigen behandelreis heeft een andere wending genomen. “Mijn behandelaar en ik zijn op een co-creatieve manier gaan kijken naar wat er in mijn leven speelde en wat ik nodig had. En daar heb ik veel aan gehad. Daarom is het belangrijk dat we blijven kijken naar de mens achter de klacht. Aan het begin van een behandelreis, maar zeker ook onderweg en aan het einde.” Uiteindelijk hoopt Lars op een ontwerpgerichte aanpak in de GGZ. “Vanuit onderwerpgericht onderzoek zijn we al gewend om problemen op te lossen en tegelijk iets nieuws te leren. We bedenken iets, we proberen het uit, we kijken wat de uitkomst is, we schaven bij en starten weer opnieuw. Je leven ligt nooit vast. Dus waarom zou een behandelreis dat wel moeten zijn?”