
Op de bodem van de Noordzee liggen honderden wrakken van schepen en vliegtuigen. De wrakken uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog bevatten naast brandstof soms ook nog munitie. Van veel wrakken is de identiteit en de lading onbekend. Daardoor weten we onvoldoende over de risico’s voor de omgeving. Het North Sea Wrecks project onderzoekt met nieuwe kennis over de staat en de lading van oorlogswrakken op de Noordzee bodem.
Wat is de aanleiding voor het project?
Na de Eerste en Tweede Wereldoorlog zijn honderden oorlogswrakken en vele tonnen munitie achtergebleven op de bodem van de Noordzee. Wrakken en munitie kunnen een risico vormen voor de scheepvaart, het milieu, de visserij, offshore activiteiten en kustbewoners. Van veel wrakken is de identiteit, toestand en lading onbekend. Gebrek aan deze informatie maakt het moeilijk om de risico's van deze wrakken in te schatten en een passend risicomanagement toe te passen. Er is behoefte aan meer informatie, intensievere internationale samenwerking rond de Noordzee en (internationaal) beleid inzake risicomanagement van wrakken.
Welk probleem lost het project op?
Op de bodem van de Noordzee liggen meer dan 1000 oorlogswrakken. Tijdens het project hebben we 15 wrakken onderzocht. We hebben ontdekt dat munitie aan het corroderen is en giftige stoffen lekken. We hebben significante sporen van explosieven gevonden in water, sediment en biota (vissen en mosselen). We hebben aangetoond dat de NSW methodologie werkt, schaalbaar is en kan worden gebruikt in andere maritieme gebieden. De NSW risk assessment tool helpt bij het prioriteren van wrakken met een potentieel gevaarlijke inhoud. De internationale organisatie OSPAR heeft de door het NSW project ontwikkelde wijze van risicobeoordeling omarmd.
Wie is het projectteam?
- Deutsches Schiffahrtsmusum (DSM)
- Alfred Wegner Institut (AWI)
- Universität Kiel
- North.io
- Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ)
- Aarhus University
- Norwegian Defence Research Establishment (FFI)
- NHL Stenden Hogeschool (Huibert-Jan Lekkerkerk en Welmoed v/d Velde)
- Periplus
Hoe pakt het projectteam dat aan?
Na de selectie van een aantal wrakken op de bodem van de Noordzee worden hydrografische data en monsters verzameld en geanalyseerd. Op basis van de uitkomst van deze analyses worden risicoprofielen van de geselecteerde wrakken opgesteld en wordt een risico management methode ontwikkeld. Aan de bevoegde internationale organisatie worden voorstellen gedaan voor aanvullende regelgeving en beleid. De in het project ontwikkelde nieuwe kennis en expertise wordt gedeeld met (toekomstige) professionals tijdens een internationale summerschool op het MIWB op Terschelling, met het publiek tijdens een rondreizende tentoonstelling en met de wetenschappelijke wereld op een afsluitend symposium.
De deelprojecten zijn:
- Data verzameling. Hydrografische survey data zijn verzameld op zee voor de kust van België, Nederland, Duitsland en Denemarken om de locatie en staat van wrakken te bepalen. Bij een aantal wrakken voor de kust van deze landen zijn water en bodem monsters genomen en mosselen en passive samplers geplaatst. Historische data uit archieven van o.m. de Duitse marine zijn verzameld om een inschatting te maken van de in geselecteerde wrakken resterende lading (munitie) en brandstof
- Data analyse. De monsters die bij de geselecteerde wrakken zijn genomen, zijn in een laboratorium aan een toxicologische analyse onderworpen.
- Ontwikkeling van een risk management methode.
- Opstellen van beleidsaanbevelingen en aanvullende internationale regelgeving inzake wrakken en munitie.
- Organisatie van een internationale Summerschool op het MIWB.
- Organisatie van een Travelling Exhibition om de publieke bekendheid met risico's van wrakken en munitie te vergroten.
- Organisatie van een afsluitend symposium om de (wetenschappelijke) resultaten te delen