
Om de Nederlands klimaat- en circulaire doelstellingen (Nederland volledig circulair in 2050) te halen moet de chemische sector in de komende decennia sterk verduurzamen. Chemische processen moeten energiezuiniger en de “feedstocks” bij voorkeur uit hernieuwbare grondstoffen en/of CO2 komen, hetgeen resulteert in lagere CO2-emissies.
Een consortium, bestaande uit de SPRONG-leden Hanzehogeschool, NHL Stenden Hogeschool en Zuyd Hogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen, gaat samen met overheden en het bedrijfsleven de biobased transitie verder vormgeven.
Aanleiding
De binnen KIA Energietransitie en duurzaamheid beschreven missies “het terugdringen van de nationale broeikasuitstoot en “een duurzaam gedreven volledige circulaire economie (2050)” staat de chemische industrie in (Noord-)Nederland aan de start van een drastische transitie. Voor deze transitie moet het energieverbruik van de sector omlaag, processen worden geoptimaliseerd (minder energie/CO2 en circulair) en de afhankelijkheid van abiotische/petrochemische grondstoffen worden verminderd.
Om dit te bewerkstelligen is een intensieve samenwerking nodig tussen het bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen. In de huidige SPRONG-aanvraag wil het consortium de krachten bundelen om bij te dragen aan de gewenste transitie.
Noord-Nederland is een regio die bij uitstek geschikt is om een voorloper rol te vervullen in de verduurzaming van de chemie en kennisinstellingen spelen hierin een belangrijke rol. Deze zijn niet alleen leverancier van talent/human capital maar ook actief in de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde technologieën voor de omzetting van hernieuwbare grondstoffen/CO2 naar producten en materialen.
Welk probleem lost het project op?
Gezien de complexiteit van de transitie is samenwerking tussen de kennisinstellingen onderling en met het bedrijfsleven/overheid essentieel. De bundeling van disciplines, het kwantitatief vergroten en kwalitatief optimaliseren van onderzoek en onderwijsprogramma’s van het SPRONG consortium gaat een significante bijdrage leveren aan de verduurzaming van de chemie en daarmee het halen van de klimaatdoelstellingen. Naast de technische aspecten zijn ook de sociale aspecten van de biobased transitie van groot belang voor maatschappelijke acceptatie ervan.
De samenwerking gaat resulteren in een verduurzaming van de chemische sector en een koppeling hiervan aan de agro- en energiesector. Agrarische reststromen (biomassa) en CO2 worden via nieuwe of verbeterde routes omgezet naar chemische intermediairs voor o.a. de plasticindustrie. Door het vervangen van de huidige, uit de petrochemie, afkomstige producten, wordt de uitstoot van CO2 sterk gereduceerd.
De uitdaging om “agro en energie (ook elektriciteit, H2 en CO2)” op een economisch aantrekkelijke en milieuvriendelijke wijze aan de chemische sector te koppelen is echter complex, multidisciplinair en sector overschrijdend.
Na afloop van de projectperiode moet er een SPRONG-consortium staan dat een internationaal erkend niveau bereikt heeft, gezamenlijk publiceert en vaak betrokken/gevraagd wordt om deel te nemen aan Europese consortia. De groep heeft een aansprekend en duidelijk onderzoekprofiel (fundamenteel en toegepast) dat nationaal en internationaal studenten trekt en gezien wordt en bij alle betrokken kennisinstellingen tot de zwaartepunten van de strategie behoort.
Wie is het projectteam?
De Sprong-leden zijn Hanze, NHL Stenden Hogeschool en Zuyd Hogeschool.
Rijksuniversiteit Groningen behoort verder tot het Sprong-consortium.
Het SPRONG-consortium heeft alle disciplines (chemie, biochemie, polymeerchemie, etc.) in huis om de biobased transitie met een combinatie van fundamenteel en toegepast onderzoek aan te jagen.
Hoe pakt het projectteam dat aan?
Het SPRONG-traject versterkt de samenwerking tussen de betrokken kennisinstellingen en wordt geïmplementeerd in (gezamenlijke) onderwijsprogramma’s, ook openstaand voor het bedrijfsleven.
Het consortium beoogt om vanuit de kennisinstellingen met het bedrijfsleven op het onderwerp biobased transitie nieuwe economische activiteiten en werkgelegenheid te creëren. De focus van de aanvraag ligt op de regio Noord- Nederland, mede omdat daar vrijwel alle voorwaarden aanwezig zijn om de biobased/circulaire transitie te realiseren.
Samenwerking met andere regio’s in Nederland is geborgd door de participatie van Zuyd Hogeschool. Na de projectperiode is er een centrum van internationale statuur gevormd dat resultaten octrooieert/valoriseert, publiceert in vooraanstaande tijdschriften (bij voorkeur open access), succesvol participeert in internationale en regionale samenwerkingsprogramma’s en waar bedrijven naartoe komen met vragen betreffende het thema verduurzaming van de chemische sector.
Vanuit verschillende fasen wordt gewerkt aan de doelstellingen in periodes van 1-4 jaar en van 4 jaar erop (in totaal 8 jaren). De fasen zijn:
- Profilering: per project en de (deel)activiteiten wordt de inhoudelijke expertise van de SPRONG-leden ingezet
- Professionaliteit: er zijn onderzoekers met veel kennis en expertise ingezet om de doelstellingen te behalen. De kenniscentra, instituten en lectoraten van de SPRONG-groep voeren alle strategisch beleid, waaronder personeelsbeleid, dat in meerjarenplannen en jaarplannen is uitgewerkt. Bij de Hanzehogeschool is dit gericht op het opbouwen van een onderzoek piramide, het functiehuis van onderzoekers: van lectoren in de top tot een brede basis van studenten en junior-onderzoekers. Er is een duidelijke visie op de toekomstige ontwikkeling van functiehuizen
- Kwaliteit: de SPRONG-groep met haar track-record bewaken en borgen de kwaliteit op en dragen zorg voor datamanagement en Open Science volgens de huidige richtlijnen.
- Impact: de SPRONG-groep brengt de impact en doorwerking van het onderzoek in het onderwijs en in de praktijk in kaart.
Het onderzoekstrajecttraject heeft in de eerste fase een looptijd van 4 jaar, en kent een aantal deeltrajecten met duidelijke beoogde output en resultaten.
Er worden methodieken gebruikt voor het meten en zichtbaar maken van impact van praktijkgericht onderzoek. Die is kwalitatief en kwantitatief in kaart gebracht voor de beroepspraktijk en samenleving, onderwijs, en onderzoek (output, kennisontwikkeling, productontwikkeling en innovaties, resulterend in impact op personen en samenwerkingsverbanden.
De betrokken hogescholen hebben een expliciete standaard voor goed onderzoek. Er worden, aan de hand van daarvan besprekingen gevoerd over kwaliteit en voortgang van het onderzoek. De onderzoeksgroepen hanteren hierbij het vierogenprincipe.
Bij de hogescholen is het gebruikelijk elke onderzoekseenheid elke zes jaar te visiteren. Met deze onafhankelijke visitaties wordt niet alleen onderzocht of het uitgevoerde onderzoek van goede kwaliteit is; er wordt ook gekeken hoe de kenniscentra en Centers of Expertise de kwaliteitszorg voor het onderzoek organiseren en borgen. Daarnaast worden de lectoraten elke vier jaar geëvalueerd.
Het datamanagement vindt plaats volgens het onderzoeksdatabeleid dat erop gericht is om relevante data FAIR beschikbaar te maken. Voorafgaand aan het onderzoek wordt een datamanagementplan (DMP) opgesteld, dat voor alle betrokken onderzoekers de planning, verzameling, opslag, hergebruik en archivering van de onderzoeksdata beschrijft.
Voornaamste/voorlopige resultaten
- Profilering
Na afloop van de projectperiode moet er een SPRONG-consortium staan dat een internationaal erkend niveau bereikt heeft, gezamenlijk publiceert en vaak betrokken/gevraagd wordt om deel te nemen aan Europese consortia. De groep heeft een aansprekend en duidelijk onderzoekprofiel (fundamenteel en toegepast) dat nationaal en internationaal studenten trekt en gezien wordt en bij alle betrokken kennisinstellingen tot de zwaartepunten van de strategie behoort. Het SPRONG-consortium (minus Zuyd Hogeschool) maakt deel uit van de Universiteit van het Noorden en is één van de kernonderwerpen hiervan. De groep werkt nauw samen met het regionale bedrijfsleven, dat internationaal georiënteerd is, om de verduurzaming van de chemieparken in Noord-Nederland te versnellen maar moet ook interessant zijn voor (grote) bedrijven die hun productportfolio willen verduurzamen. Via Zuyd Hogeschool vindt afstemming en uitwisseling plaats met complementaire en overlappende ontwikkelingen in andere regio’s. - Professionaliteit
In de komende jaren moet een duurzaam functiehuis voor de hogescholen verder vormgegeven worden met aio’s en postdocs die actief zijn in “applied sciences”.
Het streven van de drie betrokken hogescholen is om na afloop van de projectperiode onderzoeksgroepen geformeerd te hebben die bestaan uit 15-25 FTE.
De afstemming onderzoek-onderwijs van docent-onderzoekers moet verder worden geoptimaliseerd. Verder moet het projectmanagement bij de SPRONG-groep versterkt worden. Dit zal plaatsvinden middels interne opleidingen en/of het aantrekken van externe mensen. De samenwerking tussen de leden van het SPRONG-consortium moet gaan resulteren in een verdere professionalisering van de onderzoeksgroepen. Start-ups vanuit de kennisinstellingen zullen actief worden begeleid (Venture lab, etc.) om de kans op succes te vergroten. - Kwaliteit
De samenwerking tussen de onderzoeksgroepen van de Hogescholen en de RUG gaat in de komende jaren de kwaliteit van het onderzoek binnen de SPRONG-groep versterken. Uitwisseling van kennis en personeel zorgt voor een kwaliteitsimpuls die resulteert in een sterke academische groep, gericht op het ontwikkelen van vroegefase-ideeën en -concepten (RUG) en bij de hogescholen in toepassingsgericht onderzoek op academisch niveau.
Om de beoogde groei naar een internationaal erkende groep met impact voor de chemische industrie te kunnen bewerkstelligen is het van belang om de kwaliteit van onderzoek op hoog niveau te houden/te verbeteren maar ook om dit uit te dragen met publicaties, bijdragen aan congressen etc. In het kader van kwaliteitsoptimalisatie is het zeer belangrijk dat de afgesproken deliverables/milestones binnen samenwerkingsverbanden gehaald worden.
De SPRONG-groep zal in de komende jaren onderzoek verder implementeren in onderwijsprogramma’s. - Impact
Het SPRONG-consortium gaat een belangrijke bijdrage leveren aan de verduurzaming van de chemische sector (Noord-Nederland) en het halen van de door de overheid gestelde klimaatdoelstellingen.
Voor Noord-Nederland moet dit resulteren in een verduurzaming van de chemieparken in zowel de Eemsmond als Emmen, het internationaal aantrekkelijk maken van de regio, het genereren van start-ups en economische kansen benutten.
Op dit moment wordt in Noord Nederland ook gewerkt aan een het opzetten van een portal bestaand uit een team van experts (projectmanagement, financiering, juridisch, marketing, etc.) om projecten gericht op verduurzaming op een snelle en efficiënte manier door te ontwikkelen.
Naast het inhoudelijk bijdragen aan de biobased transitie is de SPRONG-groep ook belangrijk voor het opleiden van het “human capital” voor de transitie. Hiertoe zal het onderzoek op een goede manier worden geïmplementeerd in onderwijsprogramma’s.
Projectpartners
De SPRONG-aanvraag bouwt voort op de reeds aanwezige kennis en expertise binnen de kennisinstellingen en beoogt het onderzoek van de instituten op biobased gebied nog beter op elkaar af te stemmen, verder te implementeren binnen het onderwijs en te valoriseren. Het SPRONG-consortium werkt direct samen met het (regionale) bedrijfsleven, ook via de belangrijke stakeholders in dit veld (zie figuur 1). Dit past uitstekend in de lijn om rondom een aantal regionale transities (waaronder de transitie van lineaire naar circulaire economie en van fossiele naar duurzame energie) onder de noemer Universiteit van het Noorden op het gebied van onderzoek en onderwijs nauwer met elkaar samen te werken
De Sprong-stakeholders zijn Provincie Groningen, Provincie Fryslan, Provincie Drenthe, Groningen Seaports, Bio Cooperative, Chemport Europe, NOM en Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta.
Het bedrijfsleven is er ook bij betrokken met bedrijven zoals BASF, Avebe, Nouryon, Nedmag, Cliq, Friesland Campina, Lubrizol en anderen.
Verder heeft ze een sterke interactie met het Chemelotcluster in Limburg, een chemiecluster dat ook zeer actief is in de biobased/circulaire transitie. Door de participatie van Zuyd Hogeschool wordt kennis tussen “Noord en Zuid” gedeeld en samenwerking tussen verschillende regio’s geborgd. Door de participatie van Zuyd Hogeschool wordt kennis tussen “Noord en Zuid” gedeeld en samenwerking tussen verschillende regio’s geborgd.