Onderzoeker Deike Schulz spreekt op Ostrom-conferentie in Amerika

Afbeelding
WOW7, Deike Schulz

Deike Schulz van NHL Stenden was eind vorige maand een van de sprekers op de Workshop on the Ostrom Workshop (WOW7) in het Amerikaanse Bloomington. Als lector Organisations and Social Media presenteerde zij op de Indiana University haar casestudy over de (on)mogelijkheden van een waardegedreven influencereconomie.

“Een hele eer”, zo omschreef Deike Schulz de uitnodiging die ze kreeg van de Workshop on the Ostrom Workshop (WOW7) om te spreken op hun conferentie. De Ostrom Workshop werd vijftig jaar geleden opgericht door Elinor en Vincent Ostrom. Voor haar baanbrekende werk over zelfbestuur in kleinschalige gemeenschappen ontving Elinor Ostrom in 2009 als eerste vrouw de Nobelprijs voor Economie.

De Ostrom Workshop richt zich op de studie van zelfbestuur van burgers in samenwerking met (publieke) organisaties in relatie tot verschillende onderzoeksgebieden. Ook werken wetenschappers over de hele wereld en in uiteenlopende onderzoeksgebieden met het raamwerk en de door Ostrom ontwikkelde designprincipes aan oplossingen voor ‘s werelds meest dringende, gemeenschappelijke problemen: van schoon water tot veilige cyberspace.

Schulz: “Op basis van haar onderzoek heeft Ostrom belangrijke designprincipes ontwikkeld voor het opbouwen en beheren van gemeenschappen wereldwijd in een heel brede context: van waterbeheer en visserij tot aan data, cybersafety en zelfs ruimtevaart. Als je dan wordt uitgenodigd op een conferentie waar je de gelegenheid krijgt met wetenschappers uit de hele wereld op een interdisciplinair niveau te spreken, vind ik dat heel bijzonder.”

Afbeelding
WOW7 Deike Schulz

Hoe bijzonder is het dat jij mocht spreken op deze conferentie?

“Zeer bijzonder. Naast mij waren er sprekers uit de hele wereld. Uit Nederland van de Universiteit van Amsterdam. Voor NHL Stenden was dit een primeur. Ik ben met open armen ontvangen. De mensen op de conferentie waren zeer geïnteresseerd in onze internationale hogeschool en hoe wij praktijkgericht onderzoek doen met studenten en organisaties.

Het is ook uniek om wetenschappers te ontmoeten die met hetzelfde raamwerk onderzoek doen, maar dan in een totaal ander gebied. In een tijd waar polarisatie dagelijkse kost is, voelde het als een verademing en gaf een gevoel van hoop. Het internationale en interdisciplinaire karakter – wat ik van onze hogeschool gewend ben – voelt als een warm bad en geeft veel nieuwe inzichten.”

Welke (nieuwe) inzichten heb je opgedaan tijdens de conferentie?

“Ik denk dat ik het meest van de interdisciplinaire setting heb geleerd. Er is bij de conferentie ruimte voor jonge onderzoekers, experts uit het werkveld en ervaren wetenschappers van gerenommeerde kennisinstellingen die een gezamenlijk doel hebben: hoe kunnen wij de zogenaamde ‘commons’ – alles wat van ons mensen samen is zoals water, bossen, de zee, de ruimte, maar ook online data – gemeenschappelijk beheren?

Daarnaast kan ik voor ons lectoraat nog inspiratie opdoen bij een onderzoeker in de landbouw, visserij, bitcoins en cyberspace. De essentie is dat communities vaak dezelfde mechanismes kennen. Zo kan ik bijvoorbeeld leren hoe een groep van bitcoinbeheerders een online community organiseert. Of waar een groep die waterbeheer doet in een kleine regio in India of Spanje tegenaanloopt en hoe ze wel/niet problemen als gemeenschap kunnen oplossen. Dat is het mooie aan het raamwerk van Ostrom: het is niet alleen theoretisch, maar kent ook zeer toegepaste vragen om praktijkgericht onderzoek te doen.

En als laatste: de Ostroms waren altijd op zoek naar ‘best practices’ om te laten zien hoe men gezamenlijk oplossingen kan ontwikkelen. Dat spreekt mij als praktijkonderzoeker op het gebied van online communities ook zeer aan. Bijvoorbeeld: hoe organiseren mensen zich, welke afspraken en rollen zijn er en welke afspraken worden gemaakt als dingen niet goed gaan?”

Afbeelding
WOW7, Deike Schulz

Wat voor mensen zaten er in de zaal?

“De conferentie duurde in totaal drie dagen en had rond de 300 deelnemers. Er vonden 108 sessies plaats waar het meerendeel van de deelnemers sprak over thema’s gerelateerd aan de gelaagdheid en polycentrische aanpak van communities. De deelnemers kwamen uit de hele wereld met uiteenlopende expertises: wetenschappers van universiteiten en hogescholen maar ook experts uit het werkveld of overheden.”

Over welke onderzoeken van jou en het lectoraat Organisations and Social Media heb je gesproken?

“Tijdens de conferentie mocht ik een specifieke sessie voorzitten en presenteren over de toekomst van ‘commons-onderzoek’ op het gebied van Web3. Hier heb ik een casestudy gepresenteerd waarin voor het eerst het raamwerk van Ostrom is toegepast op organisaties die samenwerken met influencers, zogenaamde Influencer Management Organisaties.

De casestudy belicht hoe Influencer Management Organisaties waardegedreven werken in een offline context en in samenwerking tussen influencers en volgers online. Het gaat specifiek om INSTINCT3 in Berlijn waar ik de afgelopen 16 maanden onderzoek naar heb gedaan om helder te krijgen hoe mensen in de influencereconomie waardegedreven organisaties opzetten, waar ze tegenaanlopen en of en hoe ze proberen hun waardes ook naar hun online communities uit te dragen.

Een heel spannend onderzoek in het verlengde van ons initiatief van de European Influencers Academy, waar wij ook met influencers werken aan thema’s rond verantwoord leiderschap. In deze pilot-casestudy is het dan ook zaak op basis van een best practice te laten zien hoe in deze opkomende economie verantwoord leiderschap in de praktijk wordt gebracht. De casestudy is ook als artikel opgenomen in de Digital Library of the Commons: een ‘open acces’-database waarin alle relevante studies die met de Ostrom-aanpak werken, worden opgenomen.”

Tot slot, wat heeft het jou en NHL Stenden opgeleverd?

“Naast veel nieuwe contacten heb ik waardevolle tips gekregen van onderzoekers die al heel ervaren zijn met het toepassen van Ostroms raamwerk. Beste advies is en blijft dat het raamwerk flexibel is en dat wij het nooit voor lief zouden moeten nemen, maar meer als ‘gids’ gebruiken om specifieke onderwerpen beter te begrijpen, om oplossingen te zoeken door goede vragen te stellen. Dat spreekt mij persoonlijk zeer aan, omdat wij een gebied onderzoek doen wat continu in beweging is.

Waar ik ook supertrots op ben, is dat ik gevraagd ben om weer terug te komen als visiting scholar om ter plekke onderzoek te doen met de mensen bij de Ostrom Workshop. Bovendien zijn zij ook nieuwsgierig naar onze hogeschool, dus ik kan mij voorstellen dat wij de komende jaren meer bij elkaar op bezoek gaan.

Daarnaast gaan wij ook samenwerken en de Ostrom Workshop helpen om al het mooie werk uit de afgelopen 50 jaar onder de aandacht te brengen bij een (nog) breder publiek. Hiervoor gaan wij onder anderen studenten inzetten van onze opleiding Creative Business.

En last but not least ben ik ook gevraagd om het gepresenteerde artikel in te dienen voor een boekpublicatie over de ‘knowledge commons’ wat volgend jaar uitkomt bij Cambridge University Press. Dit was voor mij de tweede studie waar ik het Ostrom-raamwerk heb toegepast. Ik weet nu zeker dat wij hier nog vaker mee gaan werken in ons lectoraat en dat het ook voor studenten een interessante aanpak kan zijn in het verlengde van Design Based Education en Research. Niet alleen bij onze academie, maar voor veel meer opleidingen aan onze hogeschool.”