Wat voor mensen zaten er in de zaal?
“De conferentie duurde in totaal drie dagen en had rond de 300 deelnemers. Er vonden 108 sessies plaats waar het meerendeel van de deelnemers sprak over thema’s gerelateerd aan de gelaagdheid en polycentrische aanpak van communities. De deelnemers kwamen uit de hele wereld met uiteenlopende expertises: wetenschappers van universiteiten en hogescholen maar ook experts uit het werkveld of overheden.”
Over welke onderzoeken van jou en het lectoraat Organisations and Social Media heb je gesproken?
“Tijdens de conferentie mocht ik een specifieke sessie voorzitten en presenteren over de toekomst van ‘commons-onderzoek’ op het gebied van Web3. Hier heb ik een casestudy gepresenteerd waarin voor het eerst het raamwerk van Ostrom is toegepast op organisaties die samenwerken met influencers, zogenaamde Influencer Management Organisaties.
De casestudy belicht hoe Influencer Management Organisaties waardegedreven werken in een offline context en in samenwerking tussen influencers en volgers online. Het gaat specifiek om INSTINCT3 in Berlijn waar ik de afgelopen 16 maanden onderzoek naar heb gedaan om helder te krijgen hoe mensen in de influencereconomie waardegedreven organisaties opzetten, waar ze tegenaanlopen en of en hoe ze proberen hun waardes ook naar hun online communities uit te dragen.
Een heel spannend onderzoek in het verlengde van ons initiatief van de European Influencers Academy, waar wij ook met influencers werken aan thema’s rond verantwoord leiderschap. In deze pilot-casestudy is het dan ook zaak op basis van een best practice te laten zien hoe in deze opkomende economie verantwoord leiderschap in de praktijk wordt gebracht. De casestudy is ook als artikel opgenomen in de Digital Library of the Commons: een ‘open acces’-database waarin alle relevante studies die met de Ostrom-aanpak werken, worden opgenomen.”
Tot slot, wat heeft het jou en NHL Stenden opgeleverd?
“Naast veel nieuwe contacten heb ik waardevolle tips gekregen van onderzoekers die al heel ervaren zijn met het toepassen van Ostroms raamwerk. Beste advies is en blijft dat het raamwerk flexibel is en dat wij het nooit voor lief zouden moeten nemen, maar meer als ‘gids’ gebruiken om specifieke onderwerpen beter te begrijpen, om oplossingen te zoeken door goede vragen te stellen. Dat spreekt mij persoonlijk zeer aan, omdat wij een gebied onderzoek doen wat continu in beweging is.
Waar ik ook supertrots op ben, is dat ik gevraagd ben om weer terug te komen als visiting scholar om ter plekke onderzoek te doen met de mensen bij de Ostrom Workshop. Bovendien zijn zij ook nieuwsgierig naar onze hogeschool, dus ik kan mij voorstellen dat wij de komende jaren meer bij elkaar op bezoek gaan.
Daarnaast gaan wij ook samenwerken en de Ostrom Workshop helpen om al het mooie werk uit de afgelopen 50 jaar onder de aandacht te brengen bij een (nog) breder publiek. Hiervoor gaan wij onder anderen studenten inzetten van onze opleiding Creative Business.
En last but not least ben ik ook gevraagd om het gepresenteerde artikel in te dienen voor een boekpublicatie over de ‘knowledge commons’ wat volgend jaar uitkomt bij Cambridge University Press. Dit was voor mij de tweede studie waar ik het Ostrom-raamwerk heb toegepast. Ik weet nu zeker dat wij hier nog vaker mee gaan werken in ons lectoraat en dat het ook voor studenten een interessante aanpak kan zijn in het verlengde van Design Based Education en Research. Niet alleen bij onze academie, maar voor veel meer opleidingen aan onze hogeschool.”