Wat moet je kunnen als docent?
Tijdens de opleiding Leraar Duits werk je aan je bekwaamheden, onder andere aan je vak-, pedagogische en vakdidactische bekwaamheden. Daarnaast is er aandacht voor organiseren, samenwerken en reflecteren, zodat jij je ontwikkelt tot een professionele docent.
De praktijk centraal
Waar leer je het beste lesgeven? Op school natuurlijk! Daarom loop je ieder jaar stage. In het eerste jaar oriënteer je je op het beroep van docent tijdens een stage en projecten op scholen. In de hoofdfase ga je uitgebreider stage lopen. Je voert allerlei taken van een leraar uit: het voorbereiden en uitvoeren van lessen waarbij je verschillende werkvormen toepast, het begeleiden van opdrachten die gemaakt moeten worden en het maken en beoordelen van toetsen. In het laatste jaar werk je een aantal dagen per week als een ‘echte docent’. Naast lesgeven komen dan ook ouderavonden, docentenvergaderingen en leerlingbegeleiding aan bod.
Flexibel en uitdagend
Net als jouw leerlingen straks, verschil je als student in je leerbehoefte, interesses en manier van leren. In het programma biedt de opleiding ruimte voor eigen keuzes. Jouw ontwikkeling is daarbij leidend.
In de afstudeerfase heb je keuze uit twee verschillende afstudeerrichtingen, namelijk: leraar algemeen onderwijs (havo/vwo) en leraar beroepsonderwijs. Binnen deze laatste richting kun je kiezen voor het vmbo óf voor het mbo.
Een brede professionele basis
Er komt nogal wat kijken bij het leraarschap: je moet de nodige vakkennis hebben, zicht hebben op hoe leerlingen in elkaar zitten en hoe zij het beste jouw vak kunnen leren. Daarnaast zijn zowel in het beroep als in de opleiding vaardigheden als plannen, organiseren, informatie verwerken, samenwerken, communiceren, reflecteren en onderzoeken van groot belang voor een docent. Dit noemen we een brede professionele basis. Je traint deze vaardigheden gedurende de opleiding.