Studieopbouw Docent Beeldende Kunst en Vormgeving

Het eerste jaar heeft een oriënterend karakter. Zo kom je erachter of de opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving iets voor je is. Je werkt aan opdrachten met heldere kaders en krijgt hierbij veel begeleiding.

In jaar 1 ga je bijvoorbeeld workshops geven aan scholieren, je maakt een tentoonstelling, je krijgt kunstgeschiedenis en je volgt onderwijs op locatie (indien mogelijk in Brussel). Je leert hoe je een les opbouwt en hoe de ontwikkeling van jongeren verloopt. Je leert specifieke vakkennis, materialen en technieken kennen en hanteren. Je gaat tekenen, fotograferen, onderzoeken en maakt ruimtelijk werk. Daarnaast loop je twee dagen in de week stage in het onderwijs.

In het tweede jaar krijg je meer verantwoordelijkheden en meer en meer de regie over de invulling van jouw studie. Door deel te nemen aan projecten voor opdrachtgevers uit het werkveld breidt jouw culturele netwerk zich uit.

In het 2e jaar Docent Beeldende Kunst en Vormgeving ontwikkel je producten voor een opdrachtgever, je maakt beeldend werk geïnspireerd door maatschappelijke thema’s, je volgt (indien mogelijk in Berlijn) onderwijs op locatie en je gaat aan de slag met andere kunstdisciplines, digitale vormgeving, bouwt en experimenteert met eigen constructies en produceert een eigen video. Je ontwikkelt jouw kennis van kunst- en cultuurgeschiedenis en je loopt stage in het onderwijs.

In het derde jaar Beeldende Kunst en Vormgeving Docent ontdek je wat voor docent of kunstenaar je wilt zijn en hoe je dat kunt uitdragen en onderbouwen.

In de eerste helft van jaar 3 vervul je de rol van beeldend kunstenaar, doe je een stage in de onderbouw of bovenbouw van het vo, op het mbo of de buitenschoolse kunsteducatie.

In de tweede helft van jaar 3 volg je een keuzemodule (minor), waarin je een half jaar lang ontdekt wat goed bij jou past. 

In het afstudeerjaar ontwikkel je je verder als een bekwame, gedreven docent met een helder beeld van je eigen kunnen, je visie, interesses en uitdagingen. Tijdens de afsluitende expositie presenteer je je als startbekwame docent aan het werkveld en andere belangstellenden en laat je zien wat je waardevol vindt voor het kunstonderwijs.

In het vierde jaar loop je zelfstandig stage en ontwikkel je je tot een startbekwame docent. Daarnaast maak je eigen beeldend werk. Je relateert je werk aan de beeldende kunst, de beroepspraktijk en de maatschappelijke context. Aan de hand van onderzoek kijk je kritisch naar je professioneel handelen.